Nederland heeft afgesproken om in 2050 volledig aardgasvrij te zijn. Dat betekent dat we onze huizen en gebouwen stap voor stap op een andere manier gaan verwarmen. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol. Zij zorgen ervoor dat bewoners, bedrijven en organisaties weten wat de mogelijkheden zijn en wanneer welke buurten aan de beurt zijn.

 

Op deze pagina lees je meer over waarom we aardgasvrij willen zijn én hoe gemeenten, samen met alle betrokkenen, toewerken naar een plan hiervoor.

Waarom gaan we voor aardgasvrij?

Steeds meer huishoudens kunnen hun energierekening niet of nauwelijks betalen. We willen niet meer afhankelijk zijn van gas uit Rusland en in Groningen zetten we een punt achter de gaswinning. Voor toekomstige generaties is de wens om de aarde leefbaar te houden. Dit alles maakt dat we onze woningen en gebouwen anders gaan verwarmen. Onderstaande video van het Nationaal Programma Lokale Warmte (NP LW) vertelt meer over de weg naar een aardgasvrij Nederland.

Hoe pakken we het aan?

Van transitievisie naar warmteprogramma

De afgelopen jaren heeft elke gemeente een Transitievisie Warmte (TVW) opgesteld. Daarin stond welke alternatieven voor aardgas kansrijk zijn en welke wijken als eerste onderzocht worden. Deze visie was een eerste verkenning.

Inmiddels werken gemeenten aan de volgende stap: het Warmteprogramma. Dat programma is verplicht onder de Omgevingswet en moet uiterlijk eind 2026 worden vastgesteld. Het beschrijft hoe de gemeente de warmtetransitie de komende tien jaar aanpakt.

Wat staat er in het warmteprogramma?

In het warmteprogramma legt de gemeente vast:

  • Welke wijken of buurten wanneer aan de beurt zijn om van het aardgas af te gaan;
  • Welke warmteoplossingen daar kansrijk zijn, zoals een warmtenet, all-electric of hybride warmtepomp;
  • Hoe de gemeente samenwerkt met bewoners, woningcorporaties, bedrijven, netbeheerder en andere partners;
  • Hoe inwoners worden betrokken bij keuzes die hun woning en buurt raken.

Daarnaast beschrijft het programma hoe de gemeente de komende jaren verder onderzoek doet en welke acties nodig zijn om richting 2050 aardgasvrij te worden.

 

Vervolgstap: de WUP

Voor de buurten waar binnen tien jaar gestart wordt, maakt de gemeente een Wijk- of Buurtuitvoeringsplan (WUP). Dat plan gaat dieper in op de gekozen oplossing, planning en financiering. Bewoners, bedrijven en andere betrokkenen worden hier nadrukkelijk bij betrokken.

Hoe ziet zo’n WUP eruit? De gemeente Borsele deed alvast ervaringen op. In die gemeente ging een groep inwoners zelf aan de slag met plannen om het gasverbruik te verminderen en energiebesparende maatregelen te nemen. De gemeente omarmde dat initiatief en nam een faciliterende rol aan om de groep te ondersteunen. Het resultaat? Een wijkplan én bewoners die in actie komen.

 

Waarom doen we dit samen?

De overstap naar duurzame warmte lukt alleen als we het samen doen. Gemeenten, woningcorporaties, energiebedrijven, aannemers en bewoners spelen allemaal een rol. De provincie Zeeland en de Regionale Energiestrategie (RES Zeeland) ondersteunen dit proces, zodat kennis wordt gedeeld en de warmtetransitie in Zeeland haalbaar en betaalbaar blijft.

 

Transitievisie Warmte

Bekijk de Transitievisie Warmte van iedere gemeente: